“We staan klaar voor de forensische vraag van morgen”

In 2018 trad Annemieke de Vries in dienst bij het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) als de eerste directeur Wetenschap en Technologie. Het instituut laat met die positie zien dat innovatie en wetenschap van strategisch belang zijn voor de organisatie, nu en in de toekomst.

Annemieke de Vries

Dit is een interview in het kader van de Innovatie Barometer Overheid 2025.

Push-pull-innovatiestrategie

"Het NFI is vooral bekend als uitvoeringsorganisatie met als taak om forensisch onderzoek te doen naar bewijsstukken in strafzaken. Maar we zetten ook sterk in op innovaties en kennisopbouw. Daarvoor krijgen we budget vanuit het ministerie van Justitie en Veiligheid.

Om tot innovaties te komen, hanteren we een gecombineerd push-pullmodel. Aan de ene kant worden innovaties ingegeven door wat er gebeurt in de buitenwereld en de behoeften van onze ketenpartners: de pull. Zo vormt de aanpak van ondermijning een belangrijke prikkel om te innoveren en hebben we meer thema’s die we vervolgens NFI-breed en programmatisch aanvliegen.

Daarnaast is het NFI actief op bijna 40 kennisgebieden. De ‘push’ om te innoveren is dat we op die gebieden state of the art willen blijven. Onze mensen komen zelf met heel veel interessante ideeën. Ik moedig collega’s sterk aan om congressen en andere inhoudelijke bijeenkomsten te bezoeken en hun antennes wereldwijd aan te zetten: dat is waar dit soort ideeën ontstaan."

De grootste behoefte is snelheid

"Zo werd het zaadje voor de recente innovatie van een snelle toxicologische screening geplant tijdens een werkbezoek aan collega- instituten in Australië en Denemarken. Beide landen hadden al revoluties doorgevoerd in de identificatie van sporen van drugs en andere stoffen. Het NFI combineerde beide technieken."

"Het plan om de methodieken te combineren, werd ook ingegeven vanuit de grote behoefte van onze ketenpartners aan snelheid. Voor partijen als het Openbaar Ministerie, Politie en de rechterlijke macht is de snelheid waarmee resultaten beschikbaar komen heel belangrijk voor de tactische aanpak van een zaak. We hebben heel veel innovaties die op die versnelling zitten. Ook de snelle ID-lijn is er een voorbeeld van."

Samenwerking met onderwijs

"Ik geloof er niet in dat je alleen maar moet innoveren op de problemen van vandaag. We staan ook klaar voor de forensische vraag van morgen door te innoveren op compleet nieuwe onderwerpen. Thema’s waarvan onze partners soms zeggen: daar zijn wij nog niet.

Daarin zijn onze allianties met hogescholen (HvA, HL) en universiteiten (UvA, UL, OU, UT, AMC, VU) van grote meerwaarde. Het NFI heeft momenteel 11 bijzonder hoogleraar en lector posities. Deze onderzoekers zijn volledig in dienst bij het NFI, maar voor één dag in de week werkzaam bij een universiteit of hogeschool. Daar volgen ze de wetenschappelijke ontwikkelingen op de voet en werken ze samen met academische onderzoekers en studenten.

Een van onze onderzoekers kwam op die manier in contact met onderzoek naar de identificatie van deepfake video’s en steganografie: het herkennen van verborgen boodschappen in afbeeldingen, video’s of audioberichten. Hij zag enkele jaren geleden al in dat dat ook van belang kon zijn voor forensisch onderzoek. Op dat moment was het voor partners nog niet relevant, maar nu, een aantal jaren later doen we onderzoek naar deepfakes in strafzaken.

Dit soort trajecten moeten we natuurlijk wel heel goed afstemmen met onze ketenpartners. We moeten niet te snél handelen om te voorkomen dat waardevolle innovaties op de plank komen te liggen. Bij de invoering van innovaties, is er ook altijd een proceskant die vraagt dat eindgebruikers tijdig betrokken moeten worden. Daarin kunnen we nog verbeteren."

Echt vernieuwend

"We werken veel aan optimalisaties van forensische methodieken. Waar ik persoonlijk het meeste van onder de indruk ben zijn innovaties die iets mogelijk maken wat zonder die innovatie helemaal niet had gekund. Een van de meest in het oog springende is het threat-to-life model dat berichten van criminelen analyseert en levensbedreigende berichten eruit filtert. Zonder die innovatie hadden we nooit die resultaten kunnen behalen voor de Politie."

Tijdswinst leidt niet per se tot minder mensen

"De impact van al onze innovaties schuilt vaak in de winst in tijd en kwaliteit. Het is niet gezegd dat we ook automatisch een aantal fte’s in ons personeelsbestand vrijspelen. Er is minder mankracht nodig voor de forensische taak, maar het team software engineers dat deze innovaties bewerkstelligt en beheert groeit.

Het liefst zouden we in de toekomst ook de impact in de keten duiden: leidt de tijdswinst door de innovaties bijvoorbeeld tot meer vervolgingen?  Zover zijn we nog niet, maar in de toekomst willen we wel meer met al deze aanwezige data doen."

Meer inzetten op data

"Data spelen ook een steeds belangrijker rol in de innovaties zelf. We zetten steeds meer in op data science in het klassieke forensische domein. Met data zijn we bijvoorbeeld in staat om zaken op een intelligente manier aan elkaar te koppelen. De nieuwe app voor het herkennen van vuurwerksnippers op de plaats delict stelt de politie bijvoorbeeld in staat om vuurwerkresten te koppelen aan eerdere vondsten waardoor ze netwerken van illegale vuurwerkhandelaren beter in kaart kunnen brengen."

"We bouwen ook aan databases voor glas dat we vinden bij plofkraken, van de inkt die bij plofkraken op geldbiljetten komt, vezels die we vinden op plaatsen delict, enzovoort. Nu zijn het onze mensen die moeten bedenken dat ze al eerder een soortgelijk materiaal aantroffen. Straks wijzen de data ons vanzelf in die richting."

De innovatielessen van het NFI

"Wat anderen van ons kunnen leren? Dan begin ik met de boodschap: vind het belangrijk! Zet innoveren hoog genoeg op je agenda. Ik denk dat er over innoveren vaak te makkelijk wordt gedacht. Zeker in tijden van bezuinigingen, worden die vaak doorgevoerd op innovaties. Vanuit de gedachte: daar hebben we niet direct last van. Ik vind dat een enorm naïeve, korte-termijn gedachte. Gevaarlijk zelfs. Ik vecht daar hard tegen.

Een andere les: je hoeft niet alles zelf te doen. Wij zijn een actieve deelnemer in het Europees netwerk van forensische instituten, dat heet ENFSI. En we hebben dus die nauwe samenwerking met universiteiten en hogescholen in Nederland. Je moet bereid zijn om op een duurzame manier samen te werken. Wij hebben bijvoorbeeld een vijfjarige samenwerking afgesloten met de Universiteit van Amsterdam. Daar hebben ze Interdisciplinaire Centra voor AI (ICAI), waar natuurlijk de toekomst zit. Dan moet je een commitment aan durven gaan voor vijf jaar. Hun succes is ook ons succes.

Ik geloof er trouwens niet in dat je innovatie volledig kunt inkopen bij andere partijen. Dan mis je de betrokkenheid. Overigens is het niet zo dat wij per definitie alles zelf willen bouwen. Bij het threat-to-life model hebben we bijvoorbeeld ook gebruik gemaakt van een model uit de markt. Dat model hebben we uiteraard wel uitgebreid gevalideerd op data waarvoor wij het wilden gebruiken. Niet alle tools die commercieel beschikbaar zijn, zijn ‘strafrecht-proof’. Maar we kijken wel degelijk naar wat een ander al gebouwd of bedacht heeft en of we dat kunnen gebruiken; we zijn niet de enige partij die forensisch onderzoek doet en door samen te werken helpen we het gehele onderzoek vooruit. Maar uiteindelijk willen we wel graag ook zelf de benodigde kennis opbouwen, dat past ook bij hét kennisinstituut op forensisch gebied van Nederland. Ja, dat vind ik wel."

Innovatie Barometer Overheid

Dit artikel is verschenen in het kader van de Innovatie Barometer Overheid. De Innovatie Barometer Overheid is een survey-onderzoek naar innovaties in Nederlandse overheidsorganisaties. In september is het rapport Innovatie Barometer Overheid 2025 verschenen.