Verandering van een organisatie

Nou, ik denk een organisatie wil nooit graag veranderen...
en zeker een type organisatie als het Kadaster niet.
Het had bijna ook kenmerken van een familiebedrijf.
Mensen werkten er al jaren.
20, 30, 40 jaar. Jubilea van 45 jaar trouwe dienst.
Die mensen veranderen niet zo graag, dat was lastig.
En het tweede, er was niet echt urgentie. Er was geen crisis.
Het ging economisch niet slecht op het moment dat wij daar traden...
dus we hadden wel een boodschap te bedenken, zeg maar.
Waarom moet het veranderen?
En die was enorm toekomstgericht. En dat hebben niet veel mensen...
dat ze daar hun urgentie of hun drang uit halen om mee te willen veranderen.
Dus we hebben wel moeten duwen en trekken, ja.
Waar kwam het idee vandaan dat de organisatie moest veranderen?
Je zegt het was toekomstgericht, maar hoe zag jij die toekomst dan van het Kadaster?
Ja, wat we in het begin hebben gedaan is goed gekeken:
Wat is dit voor een organisatie? Waar is die voor? Wat is de bedoeling?
Wie zijn de belangrijkste partijen om zo'n organisatie heen?
En wat gebeurt er in die omringende wereld?
Kijk, mensen waren gewend strategisch vooruit te kijken. Dat deden ze.
Er werden strategische plannen gemaakt voor de komende 10, 20 en 30 jaar...
en één van de eerste vragen die wij stelden was:
Heb je dit getoetst in de buitenwereld?
Is dit wat de partijen die wij nodig hebben in de toekomst ook vinden?
Zegt de wereldpolitiek dit? Zegt de IT-ontwikkeling dit?
Wat wij nu in onze strategie schrijven.
En zo hebben we langzaam die sensitiviteit voor de buitenwereld naar binnen gehaald.
En dan krijg je andere ideeën en andere urgenties en andere horizonnen.
Want dan moet je bekennen dat we IT-technisch niet op orde zijn.
Als je in het begin in Groningen woonde en je wilde data uit Zeeland hebben...
dan moest je er in Groningen uit en in Zeeland weer in.
Ja, daar hoef je niet voor gestudeerd te hebben...
om te weten dat dat niet toekomstbestendig is, dat je dat niet volhoudt.
Dus dat zijn de dingen geweest die gemaakt hebben...
dat iedereen langzaam maar zeker óf mee hobbelde...
óf het heel leuk vond om mee te veranderen...
maar in ieder geval om de slag mee te maken met elkaar.
Ja, ik roep altijd maar: het is mij ook gegund dat het zo ging.
Ook heel goede mensen in dienst, ook qua kennis, weet je.
Daarom hebben we ook een positie internationaal...
bevochten wou ik bijna zeggen, maar...
Mensen die zoveel van het onderwerp wisten en zo erkend werden internationaal...
Ja, dat was gewoon geweldig.
En als je daar... ik was er heel gevoelig voor.
Ik sta graag op het podium, op de bühne, om te vertellen waar een Kadaster voor is.
En die mensen droegen dat aan mij aan, want die waren minder bühne-achtig.
Nou ja, en in die combi... Ja, joh, dan ligt de wereld bijna aan je voeten zo ongeveer.
Dus het was fantastisch.
Prachtige projecten gedaan in India...
waar in de sloppenwijken mensen voortdurend bang waren...
dat hun krotjes in beslag zouden worden genomen door projectontwikkelaars...
of dat ze van dat terrein zouden worden gewist.
En met de plaatselijke Slum Dwellers Organisation daar een Kadastertje opgezet...
waarbij de halskettingen van de vrouwen gebruikt werden als meetinstrument.
De mannen lagen natuurlijk dronken in de goot, dus daar hadden we niets aan.
Dat schreven we op cadeau gekregen papier...
van afgekeurd papier van de papierfabriek daar.
Daarmee naar een gemeente, laten registreren.
Dan hadden die vrouwen een bewijsje...
van 'dit modderpoeltje of dit krotje is van mij'...
konden ze mee naar de bank, kregen ze 20 roepie...
kochten ze nieuwe kraaltjes van, die verkochten ze weer als ketting.
Ja, weet je, dan zie je dat groeien. Ik vind dat geweldig. Dat is zo mooi.
En wij zijn dat hier vergeten in Nederland, want het is allemaal gewoon.
De huizen zijn van ons, en ja...
Je erfscheidingen lopen allemaal zoals ze lopen.
Maar dit is de oorsprong. Zo is het ooit begonnen, ook hier.
Ja, dat vind ik mooi.
Wat bij het Kadaster interessant is voor de media is ook weer als er iets misgaat.
Als er gegevens op straat liggen, of als er gehackt wordt, of...
Dan staan ze met een draaiende camera op de stoep.
En ik weet nog, ze stonden inderdaad een keer op de stoep...
en al in de hal en ze waren er niet uit te krijgen.
Ik zeg: Laat maar komen. Laat ze maar eens gewoon komen.
Nou, we zijn natuurlijk op de bestuursetage.
Twee van die jongens zoals jullie en zo met allemaal dingen en toestanden.
Ze gingen een nieuwsitem opnemen. Ik zeg: 'Waar moet het over gaan?'
'Ja, over datalek en dit en dat, of fraude.' Er was iets met fraude, weet ik veel.
Ik zeg... O ja, want er had iemand in het FD een stukje geschreven:
Fraude bij het Kadaster.
Nou ja, en dan leg je gewoon heel rustig uit hoe het zit...
en dat dat artikeltje niet geklopt heeft.
En je probeert in eenvoudige bewoording uit te leggen dat het niets...
maar dan ook niets met fraude te maken had, maar wat het wel was.
Nou, item opgenomen, afgelopen. 'Ja, nou ja, dit gaan we niet uitzenden.'
Ik zeg: 'Dat is jammer van mijn tijd, van jullie tijd. Het verhaal was toch goed?'
'Ja, heel duidelijk. Maar ja, er is niets aan de hand.'
Ik zeg: 'Nou, dan zend je dat uit.' Nee hoor.
Nee, was niet interessant. Ja...