De minister heeft het stuur

Maak eerst kennis als je elkaar nog nooit eerder hebt ontmoet.
En ja, een SG, dat was ook op AZ toen ik die functie niet had.
En het was op Binnenlandse Zaken ook altijd zo.
De SG zegt dan: Nou ja, wij hebben... Gefeliciteerd!
We zijn er klaar voor.
We hebben natuurlijk alles bekeken, ook het regeerakkoord bij u in de handen.
U bent de minister. U krijgt het stuur.
We hebben hier een bepaalde methode van werken.
Maar daar moet u mee aan de gang kunnen.
Dus zeg het. Zeg alles wat je niet bevalt. Zeg het.
We zijn daar volstrekt onbevooroordeeld in.
Net zo goed als we onbewimpeld zullen zijn als we denken: dit is niet goed.
En, nou ja, dit is meestal beter hoe dan de routine hier pleegt te zijn...
op het ministerie.
En meestal zeggen ze dan: Oké, we gaan beginnen.
Want die mensen moeten naar de ministerraad.
Je moet naar de pers en je gaat beginnen. We beginnen gewoon.
En op zo'n groot ministerie als Binnenlandse Zaken organiseer je...
rekening houdend met de portefeuilles van de ministers en staatssecretarissen...
sessies met de groepen ambtenaren waar ze het mee zullen moeten doen, in beginsel.
Die ook de dossiers beheren. Dus we hadden hier dan beleidsbespreking...
maar ook de dossierhouders en die jongens en meisjes die heel net erbij waren...
en meegingen in de Kamerdebatten.
Dan kon je meteen de crew zien waarmee je dat ging doen als minister.
En de traditie was ook dat de SG altijd bij dat soort gesprekken was...
maar dat kon niet met twee ministers en staatssecretarissen. Het moest selectiever.
Zo heb ik het gedaan.
En dat is eigenlijk altijd wel goed gegaan.
En wat ik een minister ook adviseer als die het naast zich neerlegt...
en een ander besluit neemt en dat verdedigt in de Kamer...
dan zal de ambtenaar de minister moeten helpen...
door stukken te schrijven en gegevens aan te leveren...
om vragen te beantwoorden van de Kamer.
En als de minister volgt wat je hebt geadviseerd, moet je de minister helpen...
bij de verdediging door vragen te beantwoorden, stukken van de minister te schrijven.
En ik wil dus eigenlijk niet...
als ik hierover zou kunnen beslissen, wat niet waar is...
dat we niet meewerken aan de suggestie dat de ministers puppets on a string zijn.
Want de beroemde mensen in het land...
moeten er toch vanuit kunnen gaan dat de ministers echte ministers zijn.
Als je nou de symbolische politieke orde wil beschadigen...
dan moet je voortdurend zeggen dat dat niet zo is.
En dan moet je ook niet zeggen dat ze zelf eigenlijk crimineel zijn als ze dat niet zijn.
Dus ik ben erg bezorgd over, zeg maar, de beschadiging van het normbesef...
in de parlementaire democratie en de parlementaire verantwoording.