Crisismanagement. Zorgen dat het virus niet uitbreidt

Interview met Laurens Jan Brinkhorst.
Titel: Crisismanagement.
Zorgen dat het virus niet uitbreidt.

Dus op het moment dat je geconfronteerd wordt
met besmetting, is er maar één ding dat

je moet doen: te zorgen dat het zich niet
uitbreidt.

We hadden een week ofzo daarvoor, het kwam
uiteindelijk uit Engeland, via Frankrijk,

en het is in Oene, Overijssel – die naam
staat me nog bij – en dat is, als het de

eerste keer dat gebeurt, dan is dat meteen een regel, want de Veeartsenijkundige Dienst heeft dus een aantal spelregels

en dat is dat een kilometer om een boerderij alles geruimd moet worden. Alles wat dus eenhoevig is.

Als dan vervolgens blijkt dat – een dag
of twee dagen later – voorbij die cirkel

van een kilometer een andere boerderij is
dan moet je dus een nieuwe cirkel trekken.

En zo loop je een aantal dagen achter de feiten
aan.

En dat is een beslissend moment geweest. Wij hadden een stafvergadering.

En daar was Tjibbe en directeur-generaal Kalden,
Chris Kalden was toen DG…

Een andere DG die nog op andere ministeries
gewerkt heeft…

Het was Chris Kalden en Jolanda de Leeuw.

En toen was de discussie: We moeten een volgende
grens maken die voorbij, veel verder voorbij is.

En het cruciale, wat ik me natuurlijk het
meest herinner, is dat we op een gegeven moment

besloten dat aan de ene kant de IJssel en
aan de andere kant de spoorlijn Utrecht-Arnhem

en aan de andere kant de Hoge Veluwe, dat
in die driehoek alle dieren – koeien, schapen,

geiten – moesten worden afgemaakt.

Dat waren dus 300 duizend, geloof ik.

Of 500 duizend.

Dat is met militaire middelen ook afgewerkt.

Ik heb dat niet met vreugde gedaan, maar ik
denk dat ik in staat was om mentaal overeind

te blijven omdat A we met de meest betrokkenen
volstrekte consensus hadden en B. het ging

over het overleven van die sector.

En het gekke is, de toenmalige voorzitter
van LTO, de later Dijkgraaf, Gerard,…

Gerard,… nou, was het eigenlijk daarmee
eens.

Die had een hele moeilijke rol; hij heeft
mij altijd heel loyaal verdedigd.

Dan zei hij: ‘Ja, hij doet het soms wat
provocerend en wat hard, maar ik sta er wel achter.’