
In zo'n situatie heb je goede discussies
met je minister en je staatssecretaris, als die
er is. Je ziet de lach op mijn
gezicht verschijnen. Ik heb over onderwerpen discussies gehad
met de politieke baas waarbij het er zo
tegenaan ging dat de binnenkant van de ramen
nat werd van het vocht. Dat moet kunnen.
De bewindspersonen met wie ik direct heb gewerkt,
hebben dat altijd geaccepteerd. Zij vonden dat goed.
Zodra de deur opengaat, zijn zij de democratisch
gekozen regering van Nederland.
Binnenskamers kritisch.
Hartstikke kritisch, desnoods ertegenin. Dat moet kunnen. Als
topambtenaar moet je nee kunnen zeggen tegen je
minister. Binnenskamers moet dat kunnen. Dan gaan we
een goed gesprek aan.
En buitenskamers?
Buitenkamers zijn zij de democratisch gekozen regering. Als
het een heel principieel punt is, moet jij
op een gegeven moment een andere afweging maken.
Laat ik een voorbeeld noemen. In de regering-Rutte
I vloog 17% van het defensiebudget dat ik
kon beïnvloeden het raam uit, 12.000 van de
70.000 banen weg. Dan heb ik wel een
weekje slecht geslapen. Van Uhm, ga jij dat
voor je rekening nemen? Dat heeft me een
week slaap gekost. Uiteindelijk was de afweging heel
simpel. Ik had een oud-collega, Arie van der
Vlis, die een paar jaar daarvoor bij een
veel kleinere bezuiniging had gezegd dat hij dat
niet voor zijn rekening nam en opstapte. De
volgende dag stond hij op de voorpagina van
de meeste kranten als principiële man.
Hij kwam op voor de zaak, maar zijn
opvolger moest het wel doen. Voor mij was
de afweging wat ik ermee zou bereiken als
ik opstapte. En is het niet zo dat
al die mensen die jarenlang min of meer
voor mij gewerkt hadden, ik zit daar om
die organisatie en die mensen te dienen. Hoe
kan ik hen het beste dienen? Voor mij
was de afweging om aan te blijven. Dan
ga ik een paar vervelende jaren tegemoet en
heb ik heel vervelende discussies met de politiek
en intern, maar dat is de beste manier
om de tent en de mensen te dienen.
Dus een rechte rug, schouders eronder en we
gaan er het beste van maken.
Wij als ambtelijke top
leggen de opties voor die er zijn en
wat de consequenties daarvan zijn. Uiteindelijk zegt de
minister ja of nee tegen die opties. Dan
moet je je schouders eronder gaan zetten.