
Je noemt net je minister. Je hebt ook in andere rollen, eerdere rollen natuurlijk ook - dan op iets grotere afstand - gewerkt met voorgaande Defensie bewindslieden. Ook staatssecretarissen natuurlijk voor materieel, personeel. Is er iets specifieks aan de opgave die een bewindspersoon die de Defensie-portefeuille krijgt? In welke mate is dat anders dan andere portefeuilles? Is er iets speciaals aan Defensie, als politiek-bestuurlijke opgave?
Ja, uiteraard. Ja? Ga eens door. Voor jou is dat heel obvious. Kijk, Defensie is natuurlijk een enorm uitvoerend apparaat. De meeste ministeries zijn sowieso beleidsministeries. Er zijn meer ministeries die uitvoerende apparaten hebben, maar dat zijn vaak civiele uitvoerende apparaten.
En veel van de ministers komen uit dat civiele domein, en daar hebben ze feeling mee. Maar het militaire domein is natuurlijk een domein wat voor bijna alle ministers - nee, voor alle ministers - een onbekend terrein is. Je moet ver terug in de tijd wil je een militaire... Ze hebben heel weinig kennis van... Ja.
En dat kan je ook niemand kwalijk nemen. Die ervaring hebben ministers over het algemeen niet. Dat is ook goed trouwens, want dat geeft je toch een bepaalde onafhankelijkheid. Maar je moet wel heel snel, leercurve moet je doorlopen om te weten waar je over praat. En dat staat en valt ook met jouw relatie met bijvoorbeeld een CdS, die die leercurve wel heeft.
Als je die twee goed met elkaar klikken, en als je daarop kan en durft te vertrouwen, dan wordt dat wat makkelijker. Maar ja, het moet wel klikken met elkaar. En ook daar heb ik heel veel verschillen gezien tussen, in de relaties tussen minister en CdS. Dat heeft met ego's te maken. Dat heeft met heel veel dingen te maken. En met Hennis heb ik echt een hele fijne relatie gehad. En op het moment dat het echt over het professionele vak ging, werd ik altijd naar voren geschoven, kon ik mijn verhaal doen.
Maar ik wist gewoon hoe zij daar politiek tegenaan keek, wat daar de grenzen waren. Dus ik bleef altijd netjes binnen mijn perken dat dat voedde. En daarmee versterkten we elkaar. En wat ik heel mooi vond aan haar is, dat zij echt hart had voor Defensie. Zij heeft voor Defensie geknokt.
Ze heeft haar ziel en zaligheid erin gestopt, omdat ook zij heel betrokken was bij de pijn die ze zag binnen Defensie. De pijn bij de soldaten, die hun werk niet meer goed konden doen. En de matrozen die hun werk niet meer goed konden doen. Dat dat deed haar pijn. En ze heeft er alles aan gedaan om dat mee te helpen ombuigen, en mij daar ook de ruimte in geboden om daar mijn verhaal in te doen.