Maar toen ik begon, was die missie net gestart. En ik heb daar wel een fout in gemaakt vind ik zelf.
Het is voor het eerst dat ik dat ruiterlijk durf te erkennen. Je weet, je hebt twee jaar.
En het was duidelijk... Die missie had een mandaat voor twee jaar gekregen.
Een mandaat, precies. Je stuurt een brief naar de Kamer, een groot debat, enzovoort, enzovoort.
Dat werd dus voor mijn tijd door Henk Kamp en Bernard Bot gedaan. En ik ging dan verder met de uitvoering.
En het was duidelijk dat we op zijn minst nog twee jaar door moesten gaan. Dat was ook tijdens onze periode die wij dachten te zullen krijgen, en als ik het over wij heb, heb ik het over Maxime Verhagen. De minister van Buitenlandse Zaken. Minister van Buitenlandse Zaken, die natuurlijk de doelen stelt.
En ik ben meer instrumenteel als minister van Defensie. Zo hoort het ook, vind ik keurig. En dat zal wel lukken. En dat is ook gelukt.
Maar toen hebben we te veel, en dat zeg ik wel. Niet alleen als in de eerste persoon enkelvoud, maar we, de indruk gewekt dat het daarna ook afgelopen zou zijn.
En daar heeft de Partij van de Arbeid terecht gebruik van gemaakt. Strikt formeel is het, hun argumentatie te ondermijnen, want je krijgt een mandaat van twee jaar, wat helemaal niets zegt over de wereld daarna, noch in positieve, noch in negatieve zin.
Want als je al iets zou willen doen daarna, en dat wilden we, moet je opnieuw bij de kamer langs. Dat zeiden we ook voortdurend.
Alsof ik met Wouter Bos zat te praten als ik mezelf nu hoor.
Is dat niet de Artikel 100?
Ja, dat is de procedure. Maar dat er een verwachting was gewekt dat het dan ook echt afgelopen was.
Overigens wel met voorbijzien van de hele internationale context, want het bleef een beetje onnozel om te denken dat je dan na vier jaar gewoon weg zou kunnen gaan. We waren één van de lead nations in het zuiden van Afghanistan.
Kijk, nu word ik bijna weer geëmotioneerd en boos. En binnen de NAVO had ik, hadden wij een behoorlijk goede naam. Toen ik begon was, Jaap de Hoop Scheffer, oud-collega, die was secretaris generaal. Dat was toen prettig. Maar die heeft later wel eens tegen mij gezegd: ik vond het vrij normaal om jou als derde of vierde het woord te geven in NAVO-vergaderingen. De Amerikaan begon altijd en de Engelsman
kwam altijd op nummer twee.
Maar dat kwam omdat wij leverden, zoals dat heet. En om dan als eerste te zeggen: we verlaten Afghanistan, dat was zeker voor Maxime Verhagen en ook voor mij een bron van grote ergernis en
woede.
En ook wel woede-uitbarstingen op dat punt in de ministerraad. We hebben eindeloos van die kleine overleggen gehad met de top van het kabinet, waar ik dan ook bij zat over dit onderwerp.
En dat werd, daar liep het overleg over Irak dwars tussendoor. Er is een hoop chagrijn gemaakt in de laatste maanden. Want wat was het argument van de Partij van de Arbeid om eruit te stappen, om in ieder geval de missie niet te verlengen? Bel Wouter Bos maar op.
Het meest cynische antwoord, maar dat kan ook nog het ware antwoord zijn, is: er waren gemeenteraadsverkiezingen in Nederland. Die speelden tegelijkertijd.
Kijk, dat is een beetje cynisch, maar het is niet onwaar. En er is een kleine - ik heb het nooit met oud-collega's over gehad - een kleine club natuurlijk, in een partij, die die dingen regelt.
En dat was natuurlijk bij de Partij van de Arbeid fractievoorzitter Mariëtte Hamer, die niks met die missie had, volgens mij. En natuurlijk Wouter Bos. Die hadden kennelijk op enig moment besloten: het is na vier jaar echt ook afgelopen. En wat ook hebben geprobeerd, en daar kan ik je mooie verhalen over vertellen, en welke verwachtingen er zijn gewekt wederzijds, het liep toch fout.
Maar het is een diepe wijsheid die zegt: all politics is local. Dat is een uitspraak van een Amerikaanse oud-politicus, en dat is ook zo.
Tenslotte wordt ook wat wij in Afghanistan, besloten in Den Haag. En dan is de lokale of nationale, binnenlandse politiek, is doorslaggevend. Dat is in Amerika hetzelfde.
Dus de Afghaanse situatie werd besloten door binnenlandse dynamiek?
Zeker. En dat is de manier waarop democratieën militaire operaties voeren, en zeker zo'n grote.
Je zag ook in de loop van mijn vier jaar dat de waardering voor de krijgsmacht, bleef constant hoog bij de Nederlandse bevolking, maar voor die missie nam af. En dat heb ik heel goed begrepen. Zo'n realist was ik wel. En dat vertaalde zich ook natuurlijk in de houding van de Partij van de Arbeid.
Dus één les is: er had eigenlijk eerder al gecommuniceerd moeten worden dat het toch echt niet afgelopen was na die twee jaar.
Zijn er nog meer lessen dan te trekken?
Ja, op militair gebied, of op politiek gebied in Den Haag? Of communicatie?
Ik weet niet of het veel had uitgemaakt. Heb medelijden met deze arme man. Je begint aan zo'n ambt, en die missie liep al, en er wordt een kamp opgebouwd, enzovoort, enzovoort. Het breidt zich steeds meer uit.
En we deden het goed. De waardering bij de Amerikanen, Condoleezza Rice, maar ook Hillary Clinton, voor wat Nederland deed, was groot.
En daar ben je natuurlijk niet ongevoelig voor. Maar we deden het ook goed.
We hadden volgens mij, onze militairen een soort Hollands gevoel voor het karakter van die missie. Er is natuurlijk een vervelend debat, altijd gevoerd in de media, in de Kamer: is het nu een opbouw of een vechtmissie? Om op dat punt de vraag te beantwoorden, je kan misschien iets meer doen aan verwachtingsmanagement vooraf.