Tips - female gaze, collegialiteit, informatie verkrijgen

Stel, je hebt tien minuten bij de informateur of de formateur of Piet of Klaas...
van het kabinet dat nu weer op dit moment dat wij elkaar spreken, gevormd wordt.
En je mag op basis van jouw ervaring...
die persoon één of twee kerndingen meegeven...
om de kwaliteit van het bestuur...
op Rijksniveau in het bijzonder, te verbeteren.
Wat zou je dan meegeven, als je die tien minuten hebt?
Welke pitch zou je maken?
Met wie zou het gesprek plaatsvinden? -Plasterk dus in dit geval.
O ja, met iemand die...
En wat vraagt Plasterk dan aan mij? -Die stelt jou een technocratische vraag.
Of hij stelt jou een beetje NSC-achtige vraag:
Hoe kunnen we...
Hij constateert een aantal oud-bestuurders, waaronder jou.
En hij vraagt: 'Wat zijn nou de knoppen waarop we kunnen drukken...
om de kwaliteit van dat bestuur, en met name ook die verhoudingen aan die top...
die toch best veel onder spanning hebben gestaan de afgelopen tijd...
hoe kunnen we dat beter maken?' Wat zou jij hem dan meegeven?
Nou ja, ik zou zeggen: Let eens op mensen met een female gaze.
En dat zijn lang niet alle vrouwen, want er zijn toch altijd vrouwen...
die er een male gaze op nahouden als het om zulke posities gaat.
Er zijn ook mannen die het wel hebben.
Maar dan zou ik zeggen: Dat is het vermogen en de wil...
maar het vermogen ook om het als een collegiale opdracht te zien.
Jij bent er voor de ideeën, je moet uitgesproken opvattingen hebben...
maar je moet kunnen bouwen en samenwerken om het beste uit mensen te halen.
Ik vind dat eigenlijk in alle plekken waar ik gewerkt heb in Europa...
want daar zitten ook talenten hoor...
maar je moet van jezelf weten dat je uit hen het onderste uit de kan wil hebben...
dat je dat vermogen hebt en dat je dat doet...
Dat doe je niet boven hen en sturend en te zeggen...
Want dan krijgen ze iets, van: nou, zeg het maar, zeg het maar hoe je het wil.
Dat is niet de oplossing.
Kijk of mensen dat aankunnen, wat voor persoonlijkheid ze hebben...
en ik noem dat de female gaze.
Dat het leidinggeven toch ook altijd betekent...
dat degenen aan wie je die leiding moet geven...
dat je die dus meekrijgt in een creatief proces en waarbij je je niet boven hen...
En dan krijg je natuurlijk van die bangeriken.
Dat maak ik nu wel eens mee, een hele enkele keer.
Ik ben niet iemand die, omdat ze zo lang in het bestuur gezeten heeft...
nog eens op bezoek gaat.
Maar een enkele keer dat ik iets wilde...
en dan zie je de angst bijna bij die ambtenaren...
om aan die minister wat te vragen. Dan zie je al een soort angstverhouding.
Dat is totaal mis natuurlijk.
En dan worden er ook fouten gemaakt...
zoals ze nu ook vaak tot diepe drama's leiden, hè.
Die beginnen op dat moment.
Ik heb wel eens gezien dat Asscher, die is toen ook afgetreden...
De enige die echt zelf afgetreden is in dat hele drama rond die kinderopvang.
Daar werd een brief voorgelezen...
...van een moeder van een getroffene, van een slachtoffer.
En die moeder had aan de minister geschreven.
Het was echt een hartverscheurende brief.
Zij was de grootmoeder van een kind eigenlijk.
En ik dacht: dat zou onmogelijk geweest zijn, denk ik, in mijn tijd.
Als er zo'n brief binnenkwam, dan had of Hans de Boer...
of als Hans het had doorgegeven aan een van die anderen die op sectoren dan zaten...
...dan stond ernaast: Hedy, wil je de aangestreepte passages...
even heel goed lezen bij mij?
En dat is wat je moet hebben.
Ik dacht: het zou onmogelijk zijn dat er zo'n brief als daar werd voorgelezen...
en dat die Asscher het niet wist want ik had hem niet bereikt.
Nou ja, dat bedoel ik.
Dat is toch een miscommunicatie.
En als een bestuurder, een minister niet het vermogen heeft...
om dat eruit te rammen en erin te krijgen, dat je denkt: dat wil hij/zij weten...
dat moeten ze weten, want anders gaan hier nare dingen gebeuren.
Op grond van dat boekje, dat onderzoek, dat was een literatuuronderzoek...
bleek natuurlijk dat zowel de economische afhankelijkheid...
als de afhankelijkheid van haar biologische uitrusting...
...tezamen zorgden voor die achtergestelde en onderdrukte positie van vrouwen.
Dus dat was goed. Toen heb ik gezegd:
'Nou, dan moeten we ook iets doen aan de beleidsontwikkeling...
voor dat biologische lot.'
Geweld tegen vrouwen had ik daarvoor uitgekozen en ook weer georganiseerd.
Een conferentie in Kijkduin, is een beroemde naam gebleven.
Kijkduinconferentie.
Want er was helemaal geen beleid.
En dan nodigden politieagenten mensen, vrouwen die mishandeld...
of anderszins in onplezierige aanraking met geweld waren gekomen...
dus een vertegenwoordiger van de politie.
Wat we wel hadden, waren Blijf-van-mijn-lijfhuizen...
allemaal particulier georganiseerd.
Nou, zo allemaal groepen.
En het resultaat van die conferentie is toen naar alle Tweede Kamerleden gestuurd...
met de opmerking dat ik beleid wilde op dat onderwerp...
en dat we daarmee bezig zouden gaan.
Nou, voordat het zover was, viel dat kabinet...
en kon de staatssecretaris Onverrichter Zake...
Toen kwam Kappeyne van de Coppello achter mij.
Dat was geen feministe en ze werd het in de kortste tijd.
En zij heeft toen die onderwerpen opgepakt uit die geweldsconferentie...
en daar heeft zij een nota over geschreven.
Aan de andere kant had ik al een stuk dat ging over die economische onafhankelijkheid...
wat je daaraan moest doen.
En dat vond ik zo bijzonder aan Kappeyne van de Coppello...
dat ze, als ze in de Kamer zich met die economische achterstand...
of met die lotsbestemming bezighield, die afhankelijkheid...
dat ze altijd refereerde, dat ze zei: 'Nou, d'Ancona heeft dat...'
Dat hoor je bijna nooit. Dat hoeft ook eigenlijk helemaal niet.
Het was geen partijgenoot. Zij was van VVD. -Nee, van VVD.
Het was ontzettend aardig. En zij was daar gekomen...
Het was eigenlijk een beetje hetzelfde als met Van den Berg.
Zij zei tegen mij: 'Nou, ik ben helemaal geen feministe.'
En in de kortste keren was ze het.
En toen heeft ze een keer een interview gedaan met Bibeb...
en daarin was ze ook zo openhartig...
en zei ze dat ze nu pas voelde wat het betekende om een vrouw te zijn.
Een vrouw in de politiek.
Zo aardig en eerlijk en onbevangen deed ze dat.
Nou, dat heb ik zeer in haar gewaardeerd.
Ja, ik heb wel erg hard gewerkt.
Ik noem het altijd een combi van uitbuiting en verwennerij.
De uitbuiting zit er nu in dat echt je totale privébestaan wordt opgeslokt...
als je, zoals ik ben, dat je als je dan zo'n klus hebt...
ook de ins en outs bestudeert.
Alle loodgieterstassen doorneemt.
Alles doorneemt en -kijkt en wat de ambtenaren adviseren...
en hoe je er zelf nou in staat.
Maar de verwennerij bestaat eruit...
dat alles wat uitbuiting onmogelijk zou maken of barricaderen...
dat wordt van je afgenomen.
En ik was altijd gewend geweest: ik was een gescheiden moeder met twee kinderen...
die jong waren toen nog.
Moest dat allemaal thuis regelen. Ik woonde in een groot huis.
Ik moest oppassen regelen. Ik moest alles, zeker ook in Brussel, heel goed regelen.
Ik moest wat er overbleef, het minieme sociale leven, ook nog overeind houden...
want anders denk ik: dan hou je niemand meer over.
Dus dat vond ik wel verwennerij, allemaal dingen die onhandig zijn.
Als je thuis een gebroken ruit had, dan werd dat voor je geregeld.
Je werd totaal ontzorgd.
Ik herinner me nog wel een aardige klant.
Ik had een overleg met de ambtenaren Sociale Zaken van de vier grote gemeenten.
Toen kwam de secretaresse binnen en daar stond op een briefje:
'Hadassa', zo heet mijn dochter...
'vraagt of de klont die ze uit de vriezer heeft gehaald kip is of iets anders.'
En ik schrijf dus op dat briefje 'kip', en die mannen die dachten...
Toen zei ik: 'Nou, de Vierde Wereldoorlog is niet uitgebroken.'
'Er stond dit op dat briefje en daar hebben jullie niets mee te maken'...
riep ik ook nog tegen die mannen.
'Ik word nooit geconfronteerd, want jullie hebben een vrouw in huis en ik niet.'
Maar dat was dus wat ik aan die baan altijd leerde...
dat ik wel gewend was om goed te organiseren...
want anders kon het natuurlijk niet.
Ik had niet iemand die het thuis organiseert.
Maar er werd veel van je schouders gehaald.
Dat is een opvatting van mij van leiderschap...
die veel meer uitgaat van samenwerking, luisteren...
in plaats van sturen en dan de rest maar achter je aan.
En dat gebeurde natuurlijk wel eens, dat ik het niet eens was.
Maar het geheel was eigenlijk zoals ik dat altijd gedaan heb...
en waaruit mijn bewondering voor de deskundigheid, de slimheid...
en die top van die ambtenaren, dat is echt bijzonder.
Ik weet niet meer hoe het nu is, want de wisseling om de vijf jaar...
vind ik een armelijke situatie creëren...
waarin de minister de ambtenaren niet meer 100% vertrouwt.
Want je moet ze wel vertrouwen, hè.
Nou, dat proef ik bij jou ook heel sterk. Er zit een heel sterk vertrouwen in.
Jij gaf hen ook een hele losse teugel richting de Kamer...
of die namen ze gewoon, et cetera.
En jij hebt er dus zo te horen altijd op vertrouwd dat zij handelden in loyaliteit.
Nou, ik denk dat dat ook de female gaze is.
Dat ik wel een intuïtieve blik in mijn leven heb gehad...
door te weten wie ik meer kon vertrouwen dan de ander.
Want dit speelde zich wel eens tussen ambtenaren af.
Die ambtenaren, dat is niet één klont die over alles hetzelfde denkt.
Dus dan wist ik wel...
Dan kreeg ik van die ambtenaren verschillende visies aangereikt...
en dan dacht ik: ik vind de jouwe beter dan die van hem.
En dat vond ik ook het interessante van dat vak.
Dus het is niet een homogene massa.
Nee, het zijn toch allemaal aparte mensen. Allemaal slim...
allemaal met veel, de meesten toch wel, met veel ervaring...
met een buitengewoon, vind ik, vermogen om zo solidair te zijn...
en zo ondersteunend, ongeacht je politieke kleur.
Maar de één denkt wel eens...
Ik werd wel met conflicterende opvattingen van ambtenaren geconfronteerd...
maar nooit dat ik tussen die... Ik kon dan kiezen eigenlijk.
En dat deed ik ook.
Dan ging ik ze niet zeggen: Nou, jullie hebben alle twee gelijk.
Dan dacht ik: nee, ik ben meer voor voor deze kant dan voor die andere.